Denk je aan zelfdoding?
Heb je nu hulp nodig?

Denk je aan zelfdoding?

‘Door groepstherapie zag ik dat ik niet de enige ben die strugglet in het leven’

Interview

1 maart 2024

Jelena (24) stond een paar jaar geleden op het punt om een einde aan haar leven te maken. Een lang telefoongesprek met een schoolmaatschappelijk werker redde haar leven. Ze besloot om het nog een kans te geven en te werken aan verbetering. Nu blikt ze terug op die tijd. Jelena vertelt over het ontstaan van haar problemen, welke hulpverlening ze heeft gehad en wat haar heeft geholpen. Ook geeft ze enkele tips aan professionals die te maken hebben met jongeren en jongvolwassenen.

Je had last van depressieve gevoelens en suïcidale gedachten. Hoe zijn deze ontstaan?
“Al sinds mijn kindertijd drinkt mijn vader heel veel, ik weet niet beter. Dat maakte hem soms onvoorspelbaar en agressief. Ik voelde mij daardoor niet veilig thuis. Er waren veel ruzies waar ik tussen zat en dat leverde bij mij als jong meisje spanning op. Wat ook meespeelt is dat er in het gezin niemand praatte over zijn gevoelens. Daarom was praten over wat ik denk en voel niet makkelijk, zeker een paar jaar geleden niet. Ik krop het echt op. In het laatste jaar op de middelbare school heeft mijn mentor, met wie ik erg kon lachen, zichzelf van het leven beroofd. Ik had het heel moeilijk op dat moment.”

 

“Er was niemand die mij vroeg hoe ik mij vanbinnen voel. Ik ging doelloos vooruit.”

Wat deed dat met jou?
“Het kwam als een harde klap, want ik worstelde op dat moment ook met mijn eigen mentale gezondheid. Ik was onzeker, stil en had weinig vrienden met wie ik kon praten. Op school werd ik gepest. Dat begon al op de basisschool in groep 2 en op de middelbare school ging dat door. Rond mijn 15e had ik een klasgenoot, zij was ook mijn beste vriendin. Het ging mentaal niet goed met haar. Van het een kwam het ander en kreeg ik van haar ouders de schuld van alles. Ze kwamen zelfs bij mij thuis met een blaadje gevuld met dingen die ik in hun ogen allemaal verkeerd heb gedaan. Ik zat er bij van: ‘Ik ben ook maar een kind, wat moet ik hiermee?’ Mijn eigen ouders zaten naast mij en die zeiden niet veel, ze hebben mij niet in bescherming genomen. Daarna ging het snel bergafwaarts met mij. Ik had nog weinig enthousiasme voor de dingen in het leven. Wat er gebeurde was enorm zwaar om alleen te dragen. Om niemand om mij heen te hebben die het zag en interesse in mij had. Er was niemand die mij vroeg hoe ik mij vanbinnen voel. Ik ging doelloos vooruit. In die periode ben ik overgegaan op mezelf pijn doen.”

Wanneer ging dat over in gedachten aan zelfdoding?
“Ik weet niet precies wanneer het mezelf pijn doen overging op er niet meer willen zijn. Op een gegeven moment bekroop mij het idee om er een einde aan te maken en die gedachte werd alsmaar sterker. In 2020 was het einde bijna bereikt; ik voelde mij alsof ik op de rand van de afgrond stond, leven hoefde van mij niet meer. Het scheelde niet veel of ik had dit verhaal niet meer na kunnen vertellen. Op precies het juiste moment werd ik gebeld door een schoolmaatschappelijk werker, toen hebben we heel lang met elkaar aan de telefoon gezeten. Daarna kwam de hulp op gang, al heeft het ook nog een halfjaar geduurd tot alles draaide.” 

Hoe is het je gelukt om uit de put te komen? 
“Ik kreeg de diagnose depressie. Eerst had ik een jaar lang individuele therapie maar dat hielp mij niet voldoende. Daarna ben ik in groepstherapie gegaan, dat heeft mij wel veel goeds gebracht. Langzaam begon ik in te zien dat er ook andere manieren zijn om met lastige situaties om te gaan. Het heeft mij goed gedaan om mijn verhaal te delen met leeftijdsgenoten en via de gesprekken te leren hoe ik de dingen anders kan aanpakken. Via deze behandeling zag ik dat ik niet de enige ben die zich zo voelt en dat anderen ook struggelen met het leven.” 

Wat heeft je nog meer geholpen?
“Wanneer ik mij slecht voelde, kwam ik vaak in een negatieve spiraal. Ik heb geleerd om dingen te ondernemen. Als mijn hoofd heel vol is, is sporten mijn uitlaatklep. Ik doe nu aan boulderen en kickboksen en ik heb allerlei nieuwe hobby’s gevonden zoals dans- en zangles. Ook heb ik nu vriendinnen met wie het praten over mentale gezondheid geen taboe is.”

Wat zou je, met de kennis van nu, anders hebben gedaan in de tijd van de behandeling?
“De behandeling ging met vallen en opstaan. Wat mij niet heeft geholpen is dat ik soms niet alles eerlijk vertelde. Daarom wisten de hulpverleners niet altijd wat er precies aan de hand was. Ik heb bijvoorbeeld een keer een terugval gehad; ik had mezelf pijn gedaan. Dat vertelde ik pas drie weken later, terwijl ik wekelijks een gesprek had. Er zat een schuldgevoel achter. Dat schuldgevoel kreeg ik omdat ik het toch weer had gedaan, na een halfjaar niet. Ik wilde de hulpverleners niet teleurstellen. Wat mij trouwens ook niet heeft geholpen is mezelf isoleren. Wanneer ik in een dal zat had ik weinig interesse om mensen toe te laten, ook niet de professionals die konden helpen.”

“Ik zou professionals willen adviseren om met jongeren te praten over hoe ze zich écht voelen.”

Wat zou je tegen alle professionals willen zeggen die te maken hebben met jongeren en jongvolwassenen?
“Allereerst: let op pestgedrag van kinderen. Ik vind dat mijn docenten het sinds de basisschool niet goed hebben aangepakt en dat ze meer initiatief hadden moeten nemen om het pesten tegen te gaan. Het heeft echt een grote impact op mijn leven gehad. Ik had eerder hulp kunnen hebben, dan was het niet zo lang doorgegaan. De depressie heeft mij een stuk van mijn jeugd ontnomen en dat krijg ik nooit meer terug.

Ik zou professionals willen adviseren om met jongeren te praten over hoe ze zich écht voelen. Op de middelbare school wisten ze dat er iets aan de hand was maar ze waren niet van alles op de hoogte. Als je goed doorvraagt en echt luistert, weet je pas echt hoe het met iemand gaat. Ook had ik graag voorlichting willen hebben, zodat ik al op jonge leeftijd wist hoe er over donkere gevoelens en gedachten gepraat kan worden. Er moet geen taboe rusten op het bespreken van je mentale gezondheid.”

Als jij een professional zou zijn, wat zou je dan zelf aanpakken?
“Stel dat ik docent was dan zou ik het klassikaal bespreken. Over wat suïcidale gedachten zijn en welke signalementen daarbij horen. Ik hoor bijna nooit iemand hierover praten. Het zou goed zijn om op scholen al vroeg met suïcidepreventie te beginnen. Ook online kan het delen van kennis en ervaringsverhalen nog vele malen beter. Zelf volg ik nu bijvoorbeeld 113 en MIND. Maar als mensen dit soort accounts niet volgen is het moeilijk om de posts te krijgen op de plekken waar ze het hardst nodig zijn. Je moet ze dus maar net treffen. Als je zelf niet te maken krijgt met die donkere wolk zie je vrij weinig voorbij komen. En als het wel voorbij komt scroll je er vaak snel overheen. Denk dus goed na over het trekken van de aandacht.”

Wat hoop je met het delen van je verhaal te bereiken?
“Ik hoop dat ik door mijn openheid iemand help die nu hetzelfde meemaakt. Dat deze door mijn verhaal inziet dat je je leven kunt veranderen. Daarnaast hoop ik dat hulpverleners meer doorvragen bij jongeren en jongvolwassenen en dat ze niet zomaar een simpel antwoord als “goed” accepteren op hun vraag hoe het met iemand gaat.”

 

Inzetten van universele preventielessen door peers

Kent u jongvolwassenen die nabestaanden zijn van zelfdoding?

Dan kunt u hen wijzen naar www.stilgeweest.nl of www.toenwashetstil.nl. Deze websites bieden informatie en verhalen van jongeren en volwassenen die lotgenoten zijn. Ze behandelen rouw na zelfdoding, zodat nabestaanden zich minder alleen voelen. Uiteindelijk heeft dit een (bewezen) preventieve werking op verdere zelfdodingen.

Inzetten van selectieve preventieprogramma's

Ook kunt u als school bijdragen door een van onderstaande programma’s te implementeren. Sommige programma’s zijn eenvoudiger te implementeren dan anderen. Zo vraagt STORM meer tijd, maar u kunt wel alvast starten met een aantal onderdelen van het programma.

  • STORM is een wetenschappelijk onderbouwde, preventieve aanpak die tot doel heeft een depressie of suïcide bij jongeren vóór te zijn 
  • Geestkracht is gericht op het ondersteunen van jongeren met een psychische kwetsbaarheid
  • MAZL van NCJ richt zich op de jongeren die frequent verzuimen op het MBO

Hulp inkopen en beschikbaar stellen

Als (grote) werkgeversorganisatie kunt u afspraken maken met instanties die laagdrempelige toegang tot psychologen geven. Wanneer een jongvolwassen medewerker mentale problemen ervaart, kan deze laagdrempelige zorg mogelijk voldoende zijn of de wachtlijstperiode tot de reguliere zorg overbruggen. Het kan gaan om specifieke trainingen, zoals examentraining, of individuele begeleiding.

Aansluiten bij de communicatiemiddelen van de doelgroep

Als zorginstelling kunt u bijdragen door aan te sluiten bij de communicatiemiddelen van de doelgroep. Maak bijvoorbeeld gebruik van:

Inzetten van overbrugging van wachttijd

Als iemand met suïcidale gedachten aanklopt voor hulpverlening is er vaak een wachttijd voor de behandeling kan beginnen. Maar het risico van wachten en niets doen is groot.  Als gemeente kunt u helpen de wachttijd te overbruggen door een contract sluiten met de Eigen Kracht Centrale en dit bekend te maken bij zorgprofessionals. De Eigen Kracht Centrale helpt mensen in moeilijke situaties om de eigen regie te pakken door met hun netwerk een plan te maken.

Jongvolwassenen kunnen ook gewezen worden op de WachtVerzachter. Dat is een organisatie die zich inzet voor mensen die in afwachting zijn van psychische hulp. Tot nu toe in Dronten, Utrecht en Lelystad (17+ jaar) en in Kampen en Eindhoven (18- jaar). Zij worden direct gekoppeld aan een ervaringsdeskundige die hun situatie (h)erkent. Jongvolwassenen kunnen meteen aan de slag in een veilige omgeving waarin niets hoeft en alles mag. Daarnaast worden er diverse activiteiten georganiseerd gericht op ontmoeting, ontspanning en verdieping. 

Inzetten van de leidraad: suïcidepreventie jongeren, een netwerkbrede werkwijze in het gehele zorgdomein

Als zorgorganisatie kunt u bijdragen door de ‘leidraad suïcidepreventie jongeren, een netwerkbrede werkwijze’ te implementeren (zowel geldig voor 18- als 18+). U kunt onder andere:

  • Alle professionals een suïcidepreventie training laten volgen en voldoende tijd geven voor reflectie
  • Samen met alle cliënten die kampen met suïcidaliteit een GEZAMENLIJK signaleringsplan en veiligheidsplan maken
  • Naasten actief betrekken
  • In domeinoverstijgende netwerken samenwerken
  • Bij alle cliënten suïcidaliteit inventariseren

Behandeling richten op zowel de suïcidaliteit als de onderliggende problematiek.

Bij de leidraad zijn handreikingen verschenen over:

Bieden van handvatten aan onderwijsinstellingen voor beleid rond suïcidepreventie

Als onderwijsinstelling kunt u bijdragen door te zorgen dat er een suïcidepreventie- en postventieprotocol is. Bekijk de materialen die specifiek zijn ontwikkeld om onderwijsinstellingen hierin te ondersteunen.

Doen van verder onderzoek gericht op het identificeren van de risicogroepen

U kunt bijdragen door zich bewust te zijn van de risicofactoren en extra alert te zijn bij de jongeren en jongvolwassenen die binnen de risicogroep vallen. Welke onderzoeken zijn relevant?

Inzetten van Gatekeepertraining in de organisatie*

U kunt bijdragen door zoveel mogelijk mensen in uw organisatie die contact hebben met jongvolwassenen op te leiden als gatekeeper. Bekijk het trainingsaanbod voor gatekeepers van 113 Zelfmoordpreventie.

Verwijzen naar website voor jonge nabestaanden van zelfdoding

U kunt bijdragen door het gesprek aan te blijven gaan met jongvolwassenen die iemand hebben verloren aan zelfdoding. U kunt ze onder andere verwijzen naar de website Stilgeweest, gericht op jonge nabestaanden van zelfdoding

Versterken en verspreiden van hoopgevende verhalen via (sociale) media

Houd Moed is een online platform voor iedereen die te maken heeft (gehad) met zelfdoding. Het platform publiceert hoopvolle verhalen van mensen die ooit kampte met suïcidaliteit. U kunt bijdragen door Houd Moed te verspreiden onder jongvolwassenen.

Vergroten van vindbaarheid laagdrempelige (online) organisaties

U kunt bijdragen door laagdrempelige organisaties bekend te maken bij jongvolwassen en initiatieven in de regio op te zetten of te ondersteunen.

  • Brainwiki en jongerenhulp online geven een overzicht van laagdrempelige online organisaties, gericht op diverse problemen
  • De inloopalliantie is een samenwerkingsverband van diverse organisaties die een landelijke dekking willen organiseren met laagdrempelige inloopmogelijkheden waar jongeren hun mentale gezondheid kunnen versterken
  • Laagdrempelige contactpunten kunnen ook gericht zijn op alle jongvolwassenen, zoals bijvoorbeeld Campus Uden, of specifiek op jongvolwassenen met suïcidaliteit, zoals bijvoorbeeld Letztalk.Online.
  • Wilt u weten welke initiatieven er in uw gemeente zijn? Neem dan contact op met het wijkteam in uw gemeente

Meedoen aan publiekscampagnes gericht op het doorbreken van het taboe om te praten over zelfdoding

U kunt bijdragen door deze campagnes te verspreiden, bekend te maken of aan te sluiten:

Inzetten van e-learning en online training in gesprek met jongeren/jongvolwassenen*

In de gratis online VraagMaar-training leren deelnemers hoe ze het gesprek met een jongere kunnen voeren over gedachten aan zelfdoding en daarmee mogelijk iemand kunnen helpen. U kunt bijdragen door de training te volgen en te verspreiden. Bijvoorbeeld door ouders van jongvolwassenen en anderen die in contact komen met jongvolwassenen te vragen de training te volgen. 

Voor onderwijsprofessionals, sociaal werkers, etc. die werken met jongeren tussen ongeveer 11 en 18 jaar en ook aandacht willen besteden aan seksuele en genderdiversiteit, is er de e-learning Weet jij hoe het ècht gaat met de jongeren in jouw dagelijkse werk? Uit onderzoek blijkt dat namelijk LHBTI-jongeren veel vaker kampen met depressie dan hun heteroseksuele en cisgender leeftijdsgenoten. 

Vergroten van veiligheid op sociale media

U kunt bijdragen door meer awareness te creëren over de voor- en nadelen van sociale media.

Inzetten van universele preventielessen

U kunt bijdragen door als school, gemeente of (sport)organisatie algemene preventielessen te geven aan jongeren. Enkele organisaties die dit aanbieden zijn:

  • TestJeLeefstijl.nl is een instrument van de MBO-Raad, dat mbo-studenten helpt om goed voor zichzelf te zorgen. Als onderwijsinstelling kun je online testen inzetten, waarna je er een vervolg aan kunt geven via de Gezonde School aanpak. 
  • Het lespakket Je Brein de Baas is een lespakket voor jongeren van 11 t/m 19 jaar in het voortgezet onderwijs. En gaat over Stress onder controle, Makkelijker Leren en Gelukkig in de groep.
  • YETS zet basketbal in om kwetsbare jongeren van 12 t/m 18 jaar te begeleiden naar een positieve rol in hun gemeenschap. Via drie pijlers: sport, onderwijs en sociale integratie. Om maatschappelijke uitval te voorkomen.
  • De leesinterventie Lief, Liever, Liefst bestaat uit een kant-en-klaar lespakket voor tweede- en derdeklassers van het voortgezet onderwijs. Het pakket zet leerlingen aan het denken over seksuele- en genderdiversiteit, past binnen het vak Nederlands en voldoet aan de kerndoelen ervan.
  • Braive@School geeft universele lessen op scholen over mentale gezondheid. Ook delen zij lessen op instagram
  • Onbesproken heeft diverse podcasts over mentale gezondheid
  • De online grip op je dip cursus biedt handvatten om uit een dip te komen
  • Een programma over sociale media vanuit Kikid
  • Het Trimbosinstituut biedt een overzicht van beschikbare interventies en de effectiviteit. Dit overzicht komt wel uit 2016, waardoor deze niet geheel volledig is. Zie bladzijde 10 en 11
  • Op de site van Gezonde School kunt u interventies selecteren over welbevinden voor jongeren op diverse schooltypes.
  • Het programma ‘Bovenkamer van museum van de geest’ leert jongeren inzicht te krijgen in hun gedachtenpatronen en gevoelens middels digitale games.
  • Het Rots en Water programma richt zich op leerlingen van 9 tot en met 18 jaar op diverse schooltypes. De methode gaat om het bevorderen van een positieve ontwikkeling van sociale en emotionele competenties. Het doel is dat leerlingen zichzelf leren kennen en leren omgaan met de ander op een positieve manier.
  • Strijkplank poëzie nodigt jonge mannen uit om te praten over hun gevoelens. Ze doen dat via voorstellingen en hebben een boek geschreven.
  • De taboedoorbrekende voorstelling ‘Hee, ben je oké?’ voor 16+ gaat over depressie. Aansluitend praat de artiest met jongeren na over hun mentale gezondheid. Samen met een lokale welzijnsorganisatie.    

Meedoen aan publiekscampagnes gericht op algemene mentale thema's, zoals eenzaamheid, geldzorgen, prestatiedruk

U kunt bijdragen door campagnes gericht op jongvolwassenen te verspreiden, bekend te maken of aan te sluiten. Enkele campagnes zijn:

Download het workshopmateriaal

Download het workshopmateriaal

Download het workshopmateriaal

wie ben jij?