Nieuws
1 Juni 2022
Het merendeel van de nabestaanden heeft ondersteuning gemist nadat zij een dierbare verloren door zelfdoding. Zowel direct na het overlijden als in het aansluitende rouwproces. Dit en meer blijkt uit onderzoek van 113 Zelfmoordpreventie naar de ervaringen met- en behoeften aan informele en formele (professionele) zorg onder ruim 1.000 nabestaanden na een suïcide. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de nabestaandenorganisaties Stichting Aurora, Ivonne van de Ven Stichting, Rogier Hulst Foundation en Stichting Zorg en Zelfdoding. Met de uitkomsten gaan ze aan de slag om de ondersteuning van nabestaanden na een suïcide te verbeteren.
Periode direct na het overlijden
Ruim 1.000 nabestaanden hebben een online enquête ingevuld over hun behoeften in de drie fasen na het overlijden: direct na het overlijden (fase 1), de periode na de uitvaart (fase 2) en het rouwproces na verloop van tijd (fase 3). Zo geeft 64% van de nabestaanden aan hulp of steun te hebben gemist in de periode direct na het overlijden. De meest genoemde behoeften in deze fase zijn een luisterend oor, begeleiding voor de ervaren emoties, informatie over de zelfdoding en uitleg over wat er allemaal op je af kan komen.
De periode na de uitvaart
In de periode na de uitvaart hebben nabestaanden vooral behoefte aan praktische ondersteuning. Ruim 46% geeft aan dat ze ergens tegenaan liepen bij het regelen van praktische zaken. Met stip op één wordt de terugkeer naar werk, school of studie genoemd, gevolgd door het afhandelen van financiële zaken (zoals nalatenschap/notariële zaken/ hypotheek) en de zorg voor het gezin.
Het rouwproces na verloop van tijd
Vooral steun en beschikbaarheid van de directe omgeving worden in deze fase als helpend ervaren, juist op langere termijn. Van familie en vrienden, maar ook van buurtgenoten, de kerk, een betrokken huisarts of hulpverlener. Daarnaast noemen veel nabestaanden dat ondersteuning door een psycholoog hen erg geholpen heeft om verder te leven met het verlies. 59% van de nabestaanden heeft ondersteuning gemist in deze fase.
Bekijk de factsheet met de resultaten van het onderzoek.
Denk je aan zelfdoding? Neem dan 24/7 gratis en anoniem contact op met 0800-0113 of chat op 113.nl.
‘Samen Minder Suïcide’ is een netwerk van partijen en organisaties die middenin de samenleving staan en gedreven zijn om samen, domeinoverstijgend suïcidepreventie verder te brengen.
113 Zelfmoordpreventie
Copyright © 2023. Alle rechten voorbehouden
Ook kunt u als school bijdragen door een van onderstaande programma’s te implementeren. Sommige programma’s zijn eenvoudiger te implementeren dan anderen. Zo vraagt STORM meer tijd, maar u kunt wel alvast starten met een aantal onderdelen van het programma.
Als (grote) werkgeversorganisatie kunt u afspraken maken met instanties die laagdrempelige toegang tot psychologen geven. Wanneer een jongvolwassen medewerker mentale problemen ervaart, kan deze laagdrempelige zorg mogelijk voldoende zijn of de wachtlijstperiode tot de reguliere zorg overbruggen. Het kan gaan om specifieke trainingen, zoals examentraining, of individuele begeleiding.
Als zorginstelling kunt u bijdragen door aan te sluiten bij de communicatiemiddelen van de doelgroep. Maak bijvoorbeeld gebruik van:
Als iemand met suïcidale gedachten aanklopt voor hulpverlening is er vaak een wachttijd voor de behandeling kan beginnen. Maar het risico van wachten en niets doen is groot. Als gemeente kunt u helpen de wachttijd te overbruggen door een contract sluiten met de Eigen Kracht Centrale en dit bekend te maken bij zorgprofessionals. De Eigen Kracht Centrale helpt mensen in moeilijke situaties om de eigen regie te pakken door met hun netwerk een plan te maken.
Als zorgorganisatie kunt u bijdragen door de ‘leidraad suïcidepreventie jongeren, een netwerkbrede werkwijze’ te implementeren (zowel geldig voor 18- als 18+). U kunt onder andere:
Behandeling richten op zowel de suïcidaliteit als de onderliggende problematiek .
Als school kunt u bijdragen door te zorgen dat er een suïcidepreventie- en postventie protocol is. Bekijk de materialen die specifiek zijn ontwikkeld om onderwijsinstellingen hierin te ondersteunen.
U kunt bijdragen door zich bewust te zijn van de risicofactoren en extra alert te zijn bij de jongeren en jongvolwassenen die binnen de risicogroep vallen. Welke onderzoeken zijn relevant?
U kunt bijdragen door zoveel mogelijk mensen in uw organisatie die contact hebben met jongvolwassenen op te leiden als gatekeeper. Bekijk het trainingsaanbod voor gatekeepers van 113 Zelfmoordpreventie.
U kunt bijdragen door het gesprek aan te blijven gaan met jongvolwassenen die iemand hebben verloren aan zelfdoding. U kunt ze onder andere verwijzen naar de website Stilgeweest, gericht op jonge nabestaanden van zelfdoding
Houd Moed is een online platform voor iedereen die te maken heeft (gehad) met zelfdoding. Het platform publiceert hoopvolle verhalen van mensen die ooit kampte met suïcidaliteit. U kunt bijdragen door Houd Moed te verspreiden onder jongvolwassenen.
U kunt bijdragen door laagdrempelige organisaties bekend te maken bij jongvolwassen en initiatieven in de regio op te zetten of te ondersteunen.
U kunt bijdragen door deze campagnes te verspreiden, bekend te maken of aan te sluiten:
In de gratis online training leren deelnemers hoe ze het gesprek met een jongere kunnen voeren over gedachten aan zelfdoding en daarmee mogelijk iemand kunnen helpen. U kunt bijdragen door de training te volgen en te verspreiden. Bijvoorbeeld door ouders van jongvolwassenen en anderen die in contact komen met jongvolwassenen te vragen de training te volgen.
U kunt bijdragen door meer awareness te creëren over de voor- en nadelen van sociale media.
Inzetten van universele preventielessen
U kunt bijdragen door als school, gemeente of (sport)organisatie algemene preventielessen te geven aan jongeren. Enkele organisaties die dit aanbieden zijn:
U kunt bijdragen door campagnes gericht op jongvolwassenen te verspreiden, bekend te maken of aan te sluiten. Enkele campagnes zijn: