Interview
5 februari 2025
Voor jongerenwerker Katie Jayne Eppenhof is haar werk meer dan een baan. Ze is er altijd voor jongeren: op straat, op school, online én in het jongerencentrum waar iedere jongere welkom is. Ooit worstelde ze zelf met suïcidale gedachten, nu helpt ze anderen hun talent te vinden. Katie Jayne: “Ik wil dat jongeren zichzelf door mijn ogen zien.”
Katie Jayne Eppenhof heeft geen 9-tot-5 mentaliteit. Als jongerenwerker is ze er wanneer jongeren het nodig hebben. Ook in de avond. Pas vlak voordat ze gaat slapen zet ze haar telefoon op afwezig. Jongeren die haar dan appen krijgen automatisch een bericht. Je kunt altijd chatten met 113, staat erin. Voor het geval ze in nood zijn en niet weten wie hen kan helpen.
Twaalf jaar werkt Katie Jayne nu als jongerenwerker in de Tilburgse wijk Reeshof. Samen met haar collega’s is ze op de plekken waar jongeren zijn. De hangplekken in de wijk natuurlijk. Daarnaast komt ze op scholen, waar ze aanschuift voor een praatje tijdens de pauze. Ook via social media maakt ze contact met jongeren. ‘We leren jongeren kennen door op hun plekken te zijn. De ene keer gaan we voetballen, de andere keer muziek maken. Soms hebben jongeren behoefte aan ondersteuning, bijvoorbeeld bij een sollicitatie. Of ze willen gewoon even kletsen. We vinden het belangrijk om met jongeren te praten over hun talenten en de dingen waar ze energie van krijgen.’
Zonder hulpvraag
Katie Jayne en haar collega’s bouwen een band op met de jongeren. ‘Ze hebben gauw door dat je er echt voor hen bent,’ vertelt ze. ‘En daardoor komen ze vaak uit zichzelf naar ons jongerencentrum toe. Niemand komt omdat het moet. En een hulpvraag heb je niet nodig. Bij ons mag je er gewoon zijn.’
Dat Katie Jayne twaalf jaar geleden besloot om jongerenwerker te worden, is niet voor niets. Ooit was zij zelf een jongere die aan zelfdoding dacht. ‘Ik heb enorm geworsteld met het leven,’ vertelt ze. ‘Hulp vragen vond ik moeilijk. Daardoor voelde ik me eenzaam en was er altijd een soort leegte. Niet dat de mensen er niet waren, maar ik durfde hen niet in vertrouwen te nemen en was bang om tot last te zijn. Ik worstelde steeds vaker met suïcidale gedachten.’
Met hulp van een psycholoog ging het langzaam beter. ‘Zij vroeg niet alleen naar mijn problemen, maar wilde ook weten waar ik energie van kreeg. Ik weet nog dat ik dacht: oh, maar… jij vindt mij dus niet gek of gestoord? Bij haar kon ik meer zijn dan mijn probleem. Dat heeft me veel gebracht. Ik leerde omgaan met mijn emoties en ik raakte bevriend met mensen die mij serieus namen. Het lukte steeds beter om contact te maken met mijn hart en steun van anderen te accepteren.’
Energie krijgen
In diezelfde periode behaalt Katie Jayne een diploma voor sociaal werk. Twaalf jaar later – in 2024 – wordt ze uitgeroepen tot Sociaal Werker van het Jaar. ‘Ik had zoiets van: “Wow, ik heb écht iets heel groots bereikt!” Als puber had ik dat nooit kunnen bedenken, toen dacht dat ik helemaal niks kon.’
Je zit beter in je vel als je het gevoel hebt dat je iets kunt, weet Katie Jayne uit ervaring. Daarom laat ze jongeren graag ervaren waar ze goed in zijn en waar ze energie van krijgen. “Soms sta ik met iemand te zingen, met wie het helemaal niet lekker gaat. Maar op dat moment draait het daar even niet om. Bij ons mag het over problemen gaan, maar het mag ook gewoon leuk zijn.”
Als jongerenwerker kan ze er niet omheen om te praten over zelfdoding. Katie Jayne vindt het een belangrijk thema. ‘Ik stel me weleens voor wat het mij gebracht zou hebben als iemand naar mij had kunnen luisteren. Juist daarom wil ik het er graag over hebben als iemand met die gedachten worstelt.’
Spagaat
Maar ze weet ook dat dit niet voor iedere jongerenwerker even makkelijk is. ‘Als een jongere zegt dat hij er niet meer wil zijn, dan heb je als jongerenwerker te maken met allerlei regels rondom veiligheid. Tegelijkertijd wil je dat jongeren weten dat je te vertrouwen bent. Dat zet je soms voor een dilemma: deel je wel of niet de signalen van zelfdodingsgedachten met anderen?’ legt Katie Jayne uit.
‘Terwijl jongeren juist niet willen dat je het tegen de ouders vertelt, omdat ze denken dat de problemen thuis alleen maar erger worden. “Als jij het gaat vertellen, dan deel ik niets meer met jou”, zeggen ze dan.
Daardoor durven jongerenwerkers er niet altijd naar te vragen. Anders belanden ze mogelijk in een spagaat: deel ik de signalen wel of niet? En om dat te voorkomen twijfelen ze om door te vragen naar zelfdodingsgedachten. Ze willen niet dat jongeren stoppen met praten of niet meer meedoen met activiteiten, terwijl dat juist een lichtpuntje in hun week is.’
Dat Katie Jayne ervaringsdeskundige is, biedt voordelen. “Niemand begrijpt mij”, zeggen jongeren soms, en “het komt nooit meer goed”. ‘Ik kan dan zeggen dat ik ze wél snap, want ik heb ook zo gedacht. Heel erg lang. En ik weet dat het ook anders kan. Dan vertel ik over mijn eigen ervaringen en maak soms zelfs grappen. Ik denk dat jongeren pas echt open worden als ze gelijkwaardigheid en veiligheid voelen. Dat ze zien dat ze niet de enige zijn die zich zo voelen en dat het leven soms moeilijk is.’
Ertoe doen
Katie Jayne is even stil en denkt na: ‘Weet je wat ik zo graag zou willen? Dat jongeren zichzelf door mijn ogen kunnen zien. Dan zouden ze in de gaten krijgen dat ze zoveel sterker zijn dan ze denken! Jongeren die in de hulpverlening vertellen hoe slecht het met ze gaat, worden vaak ook zo behandeld. “Jeetje, dat is heel heftig wat je hebt”, horen ze dan. Ze krijgen een diagnose. Hun probleem wordt uitgebreid onderzocht. Ja zie je wel… denken ze. Ik ben echt niet orde!’
‘Natuurlijk is het belangrijk om te kunnen vertellen waar je mee zit,’ benadrukt ze. ‘Aan iemand die goed kan luisteren en die je echt ziet. Alleen als je je slecht voelt vergeet je vaak ook waar je goed in bent,’ legt ze uit. ‘Daarom wil ze van jongeren weten waar ze blij van worden. Dat is zo belangrijk, anders is het alleen maar donker. Ik geloof dat je altijd lichtpuntjes kunt vinden.’
Door de vele ontmoetingen met jongeren, weet Katie Jayne goed waar zij mee zitten. ‘In de kern worstelt het merendeel van de jongeren met het zelfbeeld: wie ben ik en doe ik ertoe? Ze hebben het gevoel dat ze geen waardig mens zijn als ze niet genoeg presteren. Ook de communicatie met ouders verloopt niet altijd vlekkeloos. Jongeren willen hun ouders niet tot last zijn of voelen zich onbegrepen door hen.’ Ook scheidingen, schooluitval, zorgen om geld en het vinden van een woonplek zijn zaken waar jongeren mee zitten. En ze ziet steeds meer jongeren met genderproblematiek, die zich onbegrepen en onveilig voelen.
Keerzijde
Katie Jayne maakt ook contact met jongeren via Whatsapp en social media. ‘Jongeren weten elkaar daar te vinden en ze zijn er beter in geworden om te delen wat er in ze omgaat,’ vertelt ze. Dat is mooi, maar ze ziet ook een keerzijde. ‘Waar jongeren vroeger zeiden: “ik heb een kutdag, zeggen ze nu veel sneller: ik wil dood”. Ik denk dat TikTok jongeren soms ook op ideeën brengt. Omdat ze zich herkennen in het gevoel van een persoon die deelt dat hij dood wil, of merken dat het aandacht oplevert.’
Er is een verschil tussen jongeren die eigenlijk willen zeggen “zie mij” en jongeren die diep vanbinnen echt niet meer weten waarom ze leven. Beide groepen hebben iets anders nodig, aldus Katie Jayne. ‘Een zorgtraject is bij de eerste groep meestal niet nodig. Zij hebben baat bij goede gesprekken met mensen in de omgeving. Ik maak me zorgen om jongeren die thuis komen te zitten. Wachtend op hulp, scrollen ze dag in dag uit door social media. Het algoritme past zich aan aan het lage zelfbeeld en speelt in op hun onzekerheden, waardoor ze zich alleen maar slechter gaan voelen.’
Dwarsdenker
Door de benoeming tot Sociaal Werker van het Jaar kan Katie Jayne het jongerenwerk nog beter onder de aandacht brengen. ‘Ik ben een heel eigenwijze jongerenwerker die dwars tegen systemen ingaat,’ lacht ze. ‘Maar blijkbaar is dat juist iets goeds en word je als dwarsdenker gewaardeerd.’ Het podium dat ze nu heeft, benut ze graag om de kracht van het jongerenwerk te laten zien. Ervaringsdeskundigheid wil ze een nog grotere plek geven. Onderzoek bewijst dat dit werkt. ‘En laten we ook vooral luisteren naar de stem en ervaringen van de jongeren zelf!’ zegt ze. ‘Daarom neem ik jongeren graag mee als ze ergens wordt uitgenodigd om te vertellen over het jongerenwerk.’
Katie Jayne vindt dat Sociaal Werk Nederland en 113 meer moeten samenwerken om zelfdoding te voorkomen. ‘Het zou mooi zijn als jongeren die een gesprek voeren met 113, vaker worden verwezen naar de jongerenwerkers in hun buurt,’ zegt ze. ‘Tijdens het gesprek vertelt 113 aan hulpvragers waar ze meer hulp kunnen vinden. Het jongerenwerk is een van de mogelijkheden. We hebben inloophuizen waar jongeren altijd welkom zijn. Voel je je eenzaam? Hier zijn mensen om mee te praten en die naar je luisteren. Of je vindt bij ons een plek waar je gewoon even kan gamen zonder dat iemand je lastigvalt. Of een plek waar je nieuwe vrienden ontmoet. We hebben niet alle antwoorden op problemen klaarliggen, maar ik geef wel de garantie dat een jongere geen enkel pad alleen hoeft te bewandelen.’
Samen minder suïcide met jongerenwerk
Jongerenwerkers zijn van grote betekenis in het voorkomen van zelfdoding onder jongeren en jongvolwassenen. Ze maken contact, organiseren activiteiten en praten met jongeren. Soms ook over zelfdoding. Als je je als jongerenwerker zekerder wilt voelen om het gesprek hierover te voeren, kun je een gesprekstraining volgen. Zoals de Gatekeepertraining.
Wil je weten wat je als jongerenwerker kunt doen of wil je meer weten? Kijk dan op: www.samenmindersuicide.nl/jongvolwassenen. Heb je vragen of wil je verder praten met 113 over wat jij kunt doen? Stel je vraag via: samenmindersuicide@113.nl
‘Samen Minder Suïcide’ is een netwerk van partijen en organisaties die middenin de samenleving staan en gedreven zijn om samen, domeinoverstijgend suïcidepreventie verder te brengen.
113 Zelfmoordpreventie
Copyright © 2023. Alle rechten voorbehouden
Het Trimbos-instituut en Pharos bieden een waardevolle handreiking om gemeenten te ondersteunen bij het ontwikkelen van beleid rond mentale gezondheid voor kinderen en jongeren. De handreiking biedt een helder stappenplan voor het opstellen van een breed gedragen plan, inclusief tips voor beleidsinvulling en inspirerende voorbeelden.
De Studenten Welzijnswijzer helpt studentverenigingen bij het organiseren van preventieve en curatieve maatregelen voor het mentale welzijn van hun leden; een initiatief van Avans Hogeschool en Stichting Lieve Mark.
U kunt bijdragen door meer awareness te creëren over de voor- en nadelen van sociale media.
Kinderen en jongeren ontwikkelen zich het best als het goed met ze gaat. Als ze lekker in hun vel zitten, zichzelf kunnen zijn en gezond en veilig opgroeien in een kansrijke omgeving. Vanuit het onderwijs werken aan welbevinden doe je samen met leerlingen, ouders, professionals in en rond het onderwijs en beleidsmakers. En met een schoolbrede inzet: op alle lagen in en om de school en met verschillende acties en interventies die op elkaar aansluiten.
Meer weten?
Bekijk dan de website van Welbevinden op School, het landelijke kennis- en ondersteuningsprogramma van Pharos en het Trimbos-instituut. Welbevinden op School is er voor professionals in onderwijs, GGD en beleid. De kennis en tools helpen je snel op weg om vanuit een duurzame, gezamenlijke visie te werken aan welbevinden. Welbevinden op School is kennispartner van Gezonde School.
Stichting PraatErover! plaatst gecertificeerde psychische hulpverleners die begaan zijn met jongvolwassenen op studentenverenigingen (gezelligheids- culturele- en sportverenigingen). Op deze manier krijgen studenten toegang tot toegankelijke gratis psychische hulpverlening zonder wachtrij.
Met Rondom Jong van Trimbosinstituut, NCJ en GGD GHOR Nederland versterk je depressiepreventie op scholen en de ketensamenwerking in je regio rond jongeren. Materialen zijn gratis verkrijgbaar.
Dan kunt u hen wijzen naar www.stilgeweest.nl of www.toenwashetstil.nl. Deze websites bieden informatie en verhalen van jongeren en volwassenen die lotgenoten zijn. Ze behandelen rouw na zelfdoding, zodat nabestaanden zich minder alleen voelen. Uiteindelijk heeft dit een (bewezen) preventieve werking op verdere zelfdodingen.
Ook kunt u als school bijdragen door een van onderstaande programma’s te implementeren. Sommige programma’s zijn eenvoudiger te implementeren dan anderen. Zo vraagt STORM meer tijd, maar u kunt wel alvast starten met een aantal onderdelen van het programma.
Als (grote) werkgeversorganisatie kunt u afspraken maken met instanties die laagdrempelige toegang tot psychologen geven. Wanneer een jongvolwassen medewerker mentale problemen ervaart, kan deze laagdrempelige zorg mogelijk voldoende zijn of de wachtlijstperiode tot de reguliere zorg overbruggen. Het kan gaan om specifieke trainingen, zoals examentraining, of individuele begeleiding.
Als zorginstelling kunt u bijdragen door aan te sluiten bij de communicatiemiddelen van de doelgroep. Maak bijvoorbeeld gebruik van:
Als iemand met suïcidale gedachten aanklopt voor hulpverlening is er vaak een wachttijd voor de behandeling kan beginnen. Maar het risico van wachten en niets doen is groot. Als gemeente kunt u helpen de wachttijd te overbruggen door een contract sluiten met de Eigen Kracht Centrale en dit bekend te maken bij zorgprofessionals. De Eigen Kracht Centrale helpt mensen in moeilijke situaties om de eigen regie te pakken door met hun netwerk een plan te maken.
Er bestaan ook herstelacademies en Recovery Colleges waar je ervaringen kunt uitwisselen, steun vindt en van elkaar kunt leren. Via de Mind Atlas en het aanklikken van de optie ‘zelfregie- en herstelcentra’, vind je adressen bij jou in de buurt.
Jongvolwassenen kunnen ook gewezen worden op de WachtVerzachter. Dat is een organisatie die zich inzet voor mensen die in afwachting zijn van psychische hulp. Tot nu toe in Dronten, Utrecht, Lelystad, Nieuwegein en Stichtse Vecht (17+ jaar) en in Kampen en Eindhoven (18- jaar). Zij worden direct gekoppeld aan een ervaringsdeskundige die hun situatie (h)erkent. Jongvolwassenen kunnen meteen aan de slag in een veilige omgeving waarin niets hoeft en alles mag. Daarnaast worden er diverse activiteiten georganiseerd gericht op ontmoeting, ontspanning en verdieping.
Love Your Mind is er voor jongeren van 14 t/m 23 jaar met mentale klachten die op een wachtlijst staan. Het initiatief is ontwikkeld door en voor jongeren. Zij kunnen er terecht voor informatie, advies, voorlichting, (h)erkenning en ontspanning. En kunnen hen vinden in: Den Haag, Zoetermeer, Delft, Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp, Westland, Midden Delfland, Wassenaar en Leidschendam-Voorburg.
Als zorgorganisatie kunt u bijdragen door de ‘leidraad suïcidepreventie jongeren, een netwerkbrede werkwijze’ te implementeren (zowel geldig voor 18- als 18+). U kunt onder andere:
Behandeling richten op zowel de suïcidaliteit als de onderliggende problematiek.
Bij de leidraad zijn handreikingen verschenen over:
Als onderwijsinstelling kunt u bijdragen door te zorgen dat er een suïcidepreventie- en postventieprotocol is. Bekijk de materialen die specifiek zijn ontwikkeld om onderwijsinstellingen hierin te ondersteunen.
U kunt bijdragen door zich bewust te zijn van de risicofactoren en extra alert te zijn bij de jongeren en jongvolwassenen die binnen de risicogroep vallen. Welke onderzoeken zijn relevant?
U kunt bijdragen door zoveel mogelijk mensen in uw organisatie die contact hebben met jongvolwassenen op te leiden als gatekeeper. Bekijk het trainingsaanbod voor gatekeepers van 113 Zelfmoordpreventie.
Afgeleid van deze Gatekeepertraining biedt 113 voor toekomstige zorgprofessionals verschillende e-learning modules (inclusief aanvullend lesprogramma) over suïcidepreventievaardigheden, zowel voor alle MBO en HBO Zorg- en Welzijnsopleidingen als voor WO-psychologen.
U kunt bijdragen door het gesprek aan te blijven gaan met jongvolwassenen die iemand hebben verloren aan zelfdoding. U kunt ze onder andere verwijzen naar de website Stilgeweest, gericht op jonge nabestaanden van zelfdoding
Houd Moed is een online platform voor iedereen die te maken heeft (gehad) met zelfdoding. Het platform publiceert hoopvolle verhalen van mensen die ooit kampte met suïcidaliteit. U kunt bijdragen door Houd Moed te verspreiden onder jongvolwassenen.
U kunt bijdragen door laagdrempelige organisaties bekend te maken bij jongvolwassen en initiatieven in de regio op te zetten of te ondersteunen.
U kunt bijdragen door deze campagnes te verspreiden, bekend te maken of aan te sluiten:
In de gratis online VraagMaar-training leren deelnemers hoe ze het gesprek met een jongere kunnen voeren over gedachten aan zelfdoding en daarmee mogelijk iemand kunnen helpen. U kunt bijdragen door de training te volgen en te verspreiden. Bijvoorbeeld door ouders van jongvolwassenen en anderen die in contact komen met jongvolwassenen te vragen de training te volgen.
Voor onderwijsprofessionals, sociaal werkers, etc. die werken met jongeren tussen ongeveer 11 en 18 jaar en ook aandacht willen besteden aan seksuele en genderdiversiteit, is er de e-learning Weet jij hoe het ècht gaat met de jongeren in jouw dagelijkse werk? Uit onderzoek blijkt dat namelijk LHBTI-jongeren veel vaker kampen met depressie dan hun heteroseksuele en cisgender leeftijdsgenoten.
De Checkers is een online tool van MIND Us die mensen in de omgeving van jongeren bewust maakt van hun rol als supportfiguur en hen tools in handen geeft om die rol goed en met vertrouwen te vervullen. Zodat jongeren zich erkend en verbonden voelen.
U kunt bijdragen door meer awareness te creëren over de voor- en nadelen van sociale media.
Inzetten van universele preventie'lessen'
U kunt bijdragen door als school, gemeente of (sport)organisatie algemene preventie’lessen’ te geven aan jongeren. Enkele organisaties die dit aanbieden zijn:
Tip: Beantwoord deze vragen als je een interventie kiest:
U kunt bijdragen door campagnes gericht op jongvolwassenen te verspreiden, bekend te maken of aan te sluiten. Enkele campagnes zijn: