Hoe help jij om suïcide te voorkomen?
“Bij GGZ Eindhoven werk ik als beleidsadviseur aan een nieuw programma voor suïcidepreventie. We zijn een meerjarenprogramma gestart en hebben ons in eerste instantie gefocust op de interne organisatie. Inmiddels zijn we zo’n drie jaar verder en hebben we suïcidepreventie binnen de organisatie beter kunnen borgen. We willen ervoor zorgen dat de kennis niet meer afhankelijk is van specifieke mensen, maar dat het vervlochten is in ons werk en er duidelijke lijnen zijn. Op die manier kunnen we echt verschil maken in de behandeling van onze patiënten.”
Je werkte voorheen niet in de GGZ. Hoe was het om ineens zoveel bezig te zijn met suïcidepreventie?
“Wisselend. Als buitenstaander ga je er vanuit dat suïcidepreventie goed is ingebed in de hulpverlening en zeker binnen de GGZ. Ik merkte dat de kennis en expertise op het gebied van suïcidepreventie heel verschillend is en afhankelijk van individuele collega’s. Tegelijkertijd merkte ik dat alle collega’s wel heel betrokken zijn op dit onderwerp. Dat gaf extra motivatie om het thema van aandachtsgebied te laten verschuiven naar primair onderdeel van de werkzaamheden. Maar de meeste motivatie komt uit de verhalen van patiënten zelf, die ik via collega’s hoor. Ik zit niet dagelijks in de behandelkamer of op een afdeling, dus als ik de verhalen wel hoor, hoor je hoe heftig het kan zijn. Het maakt mijn werk tastbaar en benadrukt het belang van die ene patiënt. Uiteindelijk doe je het daarvoor.”
Hoe ziet jullie programma er nu uit?
“De komende jaren gaan we verder aan de slag met Centrum SOS, Spreek Over Suïcide. Dit is een team van professionals binnen GGzE die zich onder andere bezighouden met het trainen van collega’s en het verbeteren van de kwaliteit van zorg op het gebied van suïcidaliteit. Een groot deel van hen is daar al jaren mee bezig. Ook consulteren ze bij behandeling van patiënten waar suïcidaliteit een rol speelt. Soms lopen we ook gewoon vast in de behandeling van een patiënt met complexe problematiek en dan helpt het om daar met meerdere collega’s naar te kijken. Het mooiste is dat het menselijke aspect altijd bovenaan blijft staan, bij al mijn collega’s. De betrokkenheid bij écht goede zorg is heel hoog. We hebben vernieuwde aandacht voor het belang van suïcidepreventie binnen onze organisatie voor elkaar weten te krijgen. Nu is de vraag: hoe behandelen we de suïcidaliteit op een goede manier en hoe worden we daar steeds beter in? Vanuit Centrum SOS kunnen wij onze kennis weer delen met de andere organisaties binnen Supranet GGZ.”
Jullie zijn ook onderdeel van Supranet GGZ. Hoe komt dat samen?
“Als GGZ Eindhoven zijn we al vanaf het begin onderdeel van Supranet GGZ. In eerste instantie was dat vooral gericht op dataverzameling en het vergelijken van de informatie van de verschillende aangesloten partijen. Ook zijn we altijd bezig met het implementeren van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Toch was het soms best lastig om te zien wat de toegevoegde waarde van het samenwerkingsverband was en kostte het tijd om het samenwerkingsverband goed te doorgronden. Inmiddels hebben we een doorstart gehad als lerend netwerk. De focus ligt niet meer alleen op de dataverzameling, maar ook op het delen van best practices. Niet alleen de basis, maar juist de vervolgstappen en de verdieping. En ook hier blijven we kijken naar de juiste mensen op de juiste plek. Dat sluit goed aan bij de ontwikkeling die we als organisatie maken op het gebied van suïcidepreventie. We worden er samen beter van als we de kennis bundelen en ons gezamenlijk ontwikkelen.”
Supranet GGZ staat voor het Suïcide Preventie Actie Netwerk in de GGZ. Binnen Supranet GGZ werken momenteel tien GGZ-instellingen samen om de kwaliteit van zorg voor suïcidale patiënten zichtbaar te maken, te leren wat er beter kan en de zorg waar nodig te verbeteren.
Meer informatie of ook aansluiten? Kijk op www.supranetggz.nl |
Wat is volgens jou nodig om het gesprek over suïcide te kunnen voeren?
“Je komt, ook in de GGZ, nog steeds weleens oude ideeën of overtuigingen tegen. De meest hardnekkige is toch wel ‘maar straks breng ik iemand op ideeën door te praten over suïcide’. Om met elkaar in gesprek te kunnen gaan, is het belangrijk om die overtuiging goed te kunnen weerleggen. Onderzoek geeft duidelijk aan dat het gesprek juist een middel kan zijn om tot meer openheid in de behandeling te komen. Ook in een persoonlijk gesprek probeer ik open te zijn en iemand te durven vragen naar suïcidale gedachten. Dat contact staat voorop in onze trainingen. En contact maken kunnen we allemaal. Het belangrijkste is om iemand open en als mens te benaderen.”
Wat wil je meegeven aan professionals die ook met suïcidepreventie aan de slag willen?
“Het zou eigenlijk niet moeten uitmaken waar iemand die suïcidaal is, aanklopt. In de ideale wereld, weten we elkaar als professionals goed te vinden om iemand op de juiste manier te helpen. Als er sprake is van grote schulden en dat is de kern van het probleem, laten we dan daar beginnen. Niet iedereen zit per definitie op de juiste plek binnen de specialistische GGZ. Suïcidepreventie is niet alleen van de GGZ, maar van ons allemaal. Iedereen kan daar een rol in spelen, van de buurman of geliefde tot talloze verschillende professionals. Dat vraagt om professionele samenwerking, niet alleen op het gebied van psychische problemen.”
Over de Wereld Suïcide Preventie Week
Van 9-15 september 2024 is het Wereld Suïcide Preventie Week. In deze week vragen we extra aandacht voor suïcidepreventie. Dat doen we niet zomaar: elke 40 seconden stapt er iemand op de wereld uit het leven. In Nederland overlijden gemiddeld 1.850 mensen per jaar door suïcide. Dat zijn er 5 per dag. Elke suïcide raakt 135 mensen. Op jaarbasis zijn dat bijna 250.000 mensen, net zoveel als het inwoneraantal van de stad Eindhoven. We hebben jouw hulp hard nodig om deze cijfers naar beneden te halen. Help jij mee? Suïcide raakt ons allemaal. Help mee om het aantal suïcides omlaag te krijgen en kijk op www.samenmindersuicide.nl.
‘Samen Minder Suïcide’ is een netwerk van partijen en organisaties die middenin de samenleving staan en gedreven zijn om samen, domeinoverstijgend suïcidepreventie verder te brengen.
113 Zelfmoordpreventie
Copyright © 2023. Alle rechten voorbehouden
Het Trimbos-instituut en Pharos bieden een waardevolle handreiking om gemeenten te ondersteunen bij het ontwikkelen van beleid rond mentale gezondheid voor kinderen en jongeren. De handreiking biedt een helder stappenplan voor het opstellen van een breed gedragen plan, inclusief tips voor beleidsinvulling en inspirerende voorbeelden.
De Studenten Welzijnswijzer helpt studentverenigingen bij het organiseren van preventieve en curatieve maatregelen voor het mentale welzijn van hun leden; een initiatief van Avans Hogeschool en Stichting Lieve Mark.
U kunt bijdragen door meer awareness te creëren over de voor- en nadelen van sociale media.
Kinderen en jongeren ontwikkelen zich het best als het goed met ze gaat. Als ze lekker in hun vel zitten, zichzelf kunnen zijn en gezond en veilig opgroeien in een kansrijke omgeving. Vanuit het onderwijs werken aan welbevinden doe je samen met leerlingen, ouders, professionals in en rond het onderwijs en beleidsmakers. En met een schoolbrede inzet: op alle lagen in en om de school en met verschillende acties en interventies die op elkaar aansluiten.
Meer weten?
Bekijk dan de website van Welbevinden op School, het landelijke kennis- en ondersteuningsprogramma van Pharos en het Trimbos-instituut. Welbevinden op School is er voor professionals in onderwijs, GGD en beleid. De kennis en tools helpen je snel op weg om vanuit een duurzame, gezamenlijke visie te werken aan welbevinden. Welbevinden op School is kennispartner van Gezonde School.
Stichting PraatErover! plaatst gecertificeerde psychische hulpverleners die begaan zijn met jongvolwassenen op studentenverenigingen (gezelligheids- culturele- en sportverenigingen). Op deze manier krijgen studenten toegang tot toegankelijke gratis psychische hulpverlening zonder wachtrij.
Met Rondom Jong van Trimbosinstituut, NCJ en GGD GHOR Nederland versterk je depressiepreventie op scholen en de ketensamenwerking in je regio rond jongeren. Materialen zijn gratis verkrijgbaar.
Dan kunt u hen wijzen naar www.stilgeweest.nl of www.toenwashetstil.nl. Deze websites bieden informatie en verhalen van jongeren en volwassenen die lotgenoten zijn. Ze behandelen rouw na zelfdoding, zodat nabestaanden zich minder alleen voelen. Uiteindelijk heeft dit een (bewezen) preventieve werking op verdere zelfdodingen.
Ook kunt u als school bijdragen door een van onderstaande programma’s te implementeren. Sommige programma’s zijn eenvoudiger te implementeren dan anderen. Zo vraagt STORM meer tijd, maar u kunt wel alvast starten met een aantal onderdelen van het programma.
Als (grote) werkgeversorganisatie kunt u afspraken maken met instanties die laagdrempelige toegang tot psychologen geven. Wanneer een jongvolwassen medewerker mentale problemen ervaart, kan deze laagdrempelige zorg mogelijk voldoende zijn of de wachtlijstperiode tot de reguliere zorg overbruggen. Het kan gaan om specifieke trainingen, zoals examentraining, of individuele begeleiding.
Als zorginstelling kunt u bijdragen door aan te sluiten bij de communicatiemiddelen van de doelgroep. Maak bijvoorbeeld gebruik van:
Als iemand met suïcidale gedachten aanklopt voor hulpverlening is er vaak een wachttijd voor de behandeling kan beginnen. Maar het risico van wachten en niets doen is groot. Als gemeente kunt u helpen de wachttijd te overbruggen door een contract sluiten met de Eigen Kracht Centrale en dit bekend te maken bij zorgprofessionals. De Eigen Kracht Centrale helpt mensen in moeilijke situaties om de eigen regie te pakken door met hun netwerk een plan te maken.
Er bestaan ook herstelacademies en Recovery Colleges waar je ervaringen kunt uitwisselen, steun vindt en van elkaar kunt leren. Via de Mind Atlas en het aanklikken van de optie ‘zelfregie- en herstelcentra’, vind je adressen bij jou in de buurt.
Jongvolwassenen kunnen ook gewezen worden op de WachtVerzachter. Dat is een organisatie die zich inzet voor mensen die in afwachting zijn van psychische hulp. Tot nu toe in Dronten, Utrecht, Lelystad, Nieuwegein en Stichtse Vecht (17+ jaar) en in Kampen en Eindhoven (18- jaar). Zij worden direct gekoppeld aan een ervaringsdeskundige die hun situatie (h)erkent. Jongvolwassenen kunnen meteen aan de slag in een veilige omgeving waarin niets hoeft en alles mag. Daarnaast worden er diverse activiteiten georganiseerd gericht op ontmoeting, ontspanning en verdieping.
Love Your Mind is er voor jongeren van 14 t/m 23 jaar met mentale klachten die op een wachtlijst staan. Het initiatief is ontwikkeld door en voor jongeren. Zij kunnen er terecht voor informatie, advies, voorlichting, (h)erkenning en ontspanning. En kunnen hen vinden in: Den Haag, Zoetermeer, Delft, Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp, Westland, Midden Delfland, Wassenaar en Leidschendam-Voorburg.
Als zorgorganisatie kunt u bijdragen door de ‘leidraad suïcidepreventie jongeren, een netwerkbrede werkwijze’ te implementeren (zowel geldig voor 18- als 18+). U kunt onder andere:
Behandeling richten op zowel de suïcidaliteit als de onderliggende problematiek.
Bij de leidraad zijn handreikingen verschenen over:
Als onderwijsinstelling kunt u bijdragen door te zorgen dat er een suïcidepreventie- en postventieprotocol is. Bekijk de materialen die specifiek zijn ontwikkeld om onderwijsinstellingen hierin te ondersteunen.
U kunt bijdragen door zich bewust te zijn van de risicofactoren en extra alert te zijn bij de jongeren en jongvolwassenen die binnen de risicogroep vallen. Welke onderzoeken zijn relevant?
U kunt bijdragen door zoveel mogelijk mensen in uw organisatie die contact hebben met jongvolwassenen op te leiden als gatekeeper. Bekijk het trainingsaanbod voor gatekeepers van 113 Zelfmoordpreventie.
Afgeleid van deze Gatekeepertraining biedt 113 voor toekomstige zorgprofessionals verschillende e-learning modules (inclusief aanvullend lesprogramma) over suïcidepreventievaardigheden, zowel voor alle MBO en HBO Zorg- en Welzijnsopleidingen als voor WO-psychologen.
U kunt bijdragen door het gesprek aan te blijven gaan met jongvolwassenen die iemand hebben verloren aan zelfdoding. U kunt ze onder andere verwijzen naar de website Stilgeweest, gericht op jonge nabestaanden van zelfdoding
Houd Moed is een online platform voor iedereen die te maken heeft (gehad) met zelfdoding. Het platform publiceert hoopvolle verhalen van mensen die ooit kampte met suïcidaliteit. U kunt bijdragen door Houd Moed te verspreiden onder jongvolwassenen.
U kunt bijdragen door laagdrempelige organisaties bekend te maken bij jongvolwassen en initiatieven in de regio op te zetten of te ondersteunen.
U kunt bijdragen door deze campagnes te verspreiden, bekend te maken of aan te sluiten:
In de gratis online VraagMaar-training leren deelnemers hoe ze het gesprek met een jongere kunnen voeren over gedachten aan zelfdoding en daarmee mogelijk iemand kunnen helpen. U kunt bijdragen door de training te volgen en te verspreiden. Bijvoorbeeld door ouders van jongvolwassenen en anderen die in contact komen met jongvolwassenen te vragen de training te volgen.
Voor onderwijsprofessionals, sociaal werkers, etc. die werken met jongeren tussen ongeveer 11 en 18 jaar en ook aandacht willen besteden aan seksuele en genderdiversiteit, is er de e-learning Weet jij hoe het ècht gaat met de jongeren in jouw dagelijkse werk? Uit onderzoek blijkt dat namelijk LHBTI-jongeren veel vaker kampen met depressie dan hun heteroseksuele en cisgender leeftijdsgenoten.
De Checkers is een online tool van MIND Us die mensen in de omgeving van jongeren bewust maakt van hun rol als supportfiguur en hen tools in handen geeft om die rol goed en met vertrouwen te vervullen. Zodat jongeren zich erkend en verbonden voelen.
U kunt bijdragen door meer awareness te creëren over de voor- en nadelen van sociale media.
Inzetten van universele preventie'lessen'
U kunt bijdragen door als school, gemeente of (sport)organisatie algemene preventie’lessen’ te geven aan jongeren. Enkele organisaties die dit aanbieden zijn:
Tip: Beantwoord deze vragen als je een interventie kiest:
U kunt bijdragen door campagnes gericht op jongvolwassenen te verspreiden, bekend te maken of aan te sluiten. Enkele campagnes zijn: